Advanced Java Tutorial-A Complete Guide for Advanced Java

de meesten van ons weten al dat normale toepassingen eenvoudig kunnen worden gebouwd met behulp van kern Java Concepten. Maar, als het gaat om het ontwikkelen van webapplicaties, geavanceerde Java fundamentals, zoals JSP, Servlets, JDBC etc., kan toevoegen aan de mogelijkheden en functies van de applicatie en dus zijn essentieel voor ontwikkelaars. Via het medium van deze blog over geavanceerde Java Tutorial, Ik zal geven u een volledig inzicht in de fundamentele concepten van Advance Java.

• • Inleiding tot geavanceerde Java
  • JDBC
    • Wat is JDBC?
    • JDBC-Architectuur
    • Stappen voor het maken van JDBC Toepassing
    • JDBC-Stuurprogramma Types & Verbindingen
  • Java Servlets
    • Inleiding tot Java Servlets
    • Servlet Life Cycle
    • Stappen voor het maken van Servlet
    • het Volgen van de Sessie in Servlets
  • JSP
    • Inleiding tot JSP
    • Levenscyclus van JSP
    • JSP Scripting Elementen

U kunt ook gaan door middel van deze opname van Geavanceerde Java Tutorial waar je kunt begrijpen van de onderwerpen in een gedetailleerde manier met voorbeelden.

Advance Java Tutorial | J2EE, Java Servlets, JSP, JDBC | Java Certification Training / Edureka

deze Edureka tutorial over “Advanced Java” zal praten over 3 belangrijkste concepten dwz JAVA Database connectiviteit, Servlets, en Java Server pagina ‘ s.

Geavanceerde Java-Tutorial: Introduction to Advanced Java

Advanced Java is alles wat verder gaat dan de kern van Java-vooral de API ‘ s gedefinieerd in Java Enterprise Edition, omvat Servlet programmering, Web Services, de Persistence API, enz. Het is een web & enterprise application development platform dat in principe client & server architectuur volgt.

Advanced Java Tutorial: behoefte aan Advance Java

hieronder heb ik enkele belangrijke voordelen van Advance Java opgesomd:

1. Advance Java i. e. JEE (Java Enterprise Edition) geeft u de bibliotheek om de Client-Server architectuur voor Web applicatie ontwikkeling die kern Java niet ondersteunt begrijpen.
2. J2EE is platformonafhankelijk, Java-Centric omgeving voor het ontwikkelen, bouwen van & implementeren van webgebaseerde applicaties online. Het bestaat ook uit een set van services, API ‘ s en protocollen, die de functionaliteit biedt die nodig is voor het ontwikkelen van multi-tiered, web-based applicaties.
3. u zult in staat zijn om te werken met Web-en applicatieservers zoals Apache Tomcat, Glassfish etc en de communicatie via het HTTP-protocol te begrijpen. Maar, in de kern Java, Het is niet mogelijk.
4. er zijn veel geavanceerde Java frameworks zoals Spring, JSF, Struts etc. die u in staat stellen om een veilige transactie gebaseerde web apps te ontwikkelen voor de domeinen zoals E-Commerce, Banking, Legal, Financial, Healthcare, Inventory etc.
5. om te werken en de hot technologieën zoals Hadoop en Cloud services te begrijpen, moet u voorbereid zijn met kern en geavanceerde Java Concepten.

ik hoop dat u begrijpt waarom geavanceerde Java essentieel is. Voor een beter begrip, Ik heb dit artikel verdeeld in drie secties. Elk van deze sectie behandelt een van de belangrijkste concepten van geavanceerde Java:

1. JDBC (Java DataBase Connectivity)
2. Java Servlets
3. JSP (Java Servlet Pages))

dus, nu laten we beginnen met onze discussie en begrijpen het concept van Java Database connectiviteit, een nuttig hulpmiddel om te communiceren met de database.

Geavanceerde Java-Tutorial: JDBC is een standaard Java API voor een database-onafhankelijke verbinding tussen de programmeertaal Java en een breed scala aan databases. Met deze applicatieprogramma-interface kunt u de Access request statements coderen in Structured Query Language (SQL). Ze worden vervolgens doorgegeven aan het programma dat de database beheert. Het gaat vooral om het openen van een verbinding, het creëren van een SQL-Database, het uitvoeren van SQL query ‘ s en dan aankomen op de output.

we kunnen JDBC API gebruiken om toegang te krijgen tot tabelgegevens die zijn opgeslagen in elke relationele database. Met behulp van JDBC API kunnen we gegevens uit de databases opslaan, bijwerken, verwijderen en ophalen. Het is vergelijkbaar met de Open Database Connectivity (ODBC) van Microsoft.

voor een beter begrip van de werking van JDBC, laten we dieper in het onderwerp duiken en de architectuur begrijpen die achter Java Database connectiviteit ligt.

geavanceerde Java-Tutorial: JDBC-architectuur

de JDBC-API ondersteunt zowel twee-tier-als drie-tier-verwerkingsmodellen voor databasetoegang, maar in het algemeen bestaat JDBC-architectuur uit twee lagen−

• JDBC API: Dit biedt de application-to-JDBC Manager verbinding.
• JDBC Driver API: dit ondersteunt de JDBC Manager-to-Driver verbinding.

de JDBC API maakt gebruik van een driver manager en database-specifieke drivers om transparante connectiviteit te bieden aan heterogene databases. De JDBC driver manager zorgt ervoor dat de juiste driver wordt gebruikt om toegang te krijgen tot elke gegevensbron. De driver manager kan meerdere gelijktijdige stuurprogramma ‘ s ondersteunen die zijn aangesloten op meerdere heterogene databases.

geavanceerde Java-Tutorial: gemeenschappelijke JDBC-componenten

de JDBC API biedt de volgende interfaces en klassen−

• DriverManager wordt gebruikt om een lijst met databasestuurprogramma ‘ s te beheren. De eerste driver die een bepaald subprotocol onder JDBC herkent zal worden gebruikt om een database verbinding tot stand te brengen.
• Driver is een interface die de communicatie met de databaseserver afhandelt. Het abstraheert ook de details in verband met het werken met Driver objecten.
• verbinding is een interface die bestaat uit alle methoden die nodig zijn om verbinding te maken met een database. Het verbindingsobject vertegenwoordigt communicatiecontext, d.w.z. alle communicatie met de database is alleen via verbindingsobject.

laten we nu verder gaan met het volgende onderwerp en kijken naar de stappen die nodig zijn om een JDBC-toepassing te maken.

geavanceerde Java-Tutorial: stappen om een JDBC-toepassing te maken

om een JDBC-toepassing te maken, moeten we enkele stappen volgen. Eens kijken wat ze zijn.

1. importeer de pakketten: je moet de pakketten bevatten die de JDBC klassen bevatten die nodig zijn voor het programmeren van de database. Meestal, met behulp van import java.SQL.* zal volstaan.
2. registreer het JDBC-stuurprogramma: hier moet u een stuurprogramma initialiseren zodat u een communicatiekanaal met de database kunt openen.
3. open een verbinding: Hier kunt u de methode getConnection() gebruiken om een verbindingsobject aan te maken, dat een fysieke verbinding met de database vertegenwoordigt.
4. een query uitvoeren: vereist het gebruik van een object van het type Statement voor het bouwen en indienen van een SQL statement naar de database.
5. data extraheren uit resultaatset: vereist dat u de juiste getXXX () methode gebruikt om de gegevens uit de resultaatset op te halen.
6. de omgeving opschonen: vereist expliciet het sluiten van alle databasebronnen in plaats van te vertrouwen op de garbage collection van de JVM.

nu je verschillende stappen hebt gezien om een JDBC-toepassing te maken, laten we een voorbeeldcode bekijken om een database aan te maken en een verbinding tot stand te brengen.

package Edureka;import java.sql.*;import java.sql.DriverManager;public class Example {// JDBC driver name and database URLstatic final String JDBC_DRIVER = "com.mysql.jdbc.Driver";static final String DB_URL = "jdbc:mysql://localhost/emp";//  Database credentialsstatic final String USER = "root";static final String PASS = "";public static void main(String args) {Connection conn = null;Statement stmt = null;try{//STEP 2: Register JDBC driverClass.forName("com.mysql.cj.jdbc.Driver");//STEP 3: Open a connectionSystem.out.println("Connecting to database...");conn = DriverManager.getConnection(DB_URL,"root","");//STEP 4: Execute a querySystem.out.println("Creating statement...");stmt = conn.createStatement();String sql;sql = "SELECT id, first, last, age FROM Employees";ResultSet rs = stmt.executeQuery(sql);//STEP 5: Extract data from result setwhile(rs.next()){//Retrieve by column nameint id  = rs.getInt("id");int age = rs.getInt("age");String first = rs.getString("first");String last = rs.getString("last");//Display valuesSystem.out.print("ID: " + id);System.out.print(", Age: " + age);System.out.print(", First: " + first);System.out.println(", Last: " + last);}//STEP 6: Clean-up environmentrs.close();stmt.close();conn.close();}catch(SQLException se){//Handle errors for JDBCse.printStackTrace();}catch(Exception e){//Handle errors for Class.forNamee.printStackTrace();}finally{//finally block used to close resourcestry{if(stmt!=null)stmt.close()}catch(SQLException se2){}// nothing can be donetry{if(conn!=null)conn.close();}catch(SQLException se){se.printStackTrace();}//end finally try}//end trySystem.out.println("Goodbye!");}//end main} // end Example

bovenstaande code maakt een tabel aan in uw localhost database. Om de waarden in de aangemaakte database in te voegen, kunt u verwijzen naar de onderstaande code. Ik schrijf de code alleen voor stap 4. De rest van de code blijft hetzelfde als hierboven.

//STEP 4: Execute a querySystem.out.println("Creating table in given database...");stmt = conn.createStatement();String sql = "CREATE TABLE EMPLOYEES " +"(id INTEGER not NULL, " +" first VARCHAR(255), " +" last VARCHAR(255), " +" age INTEGER, " +" PRIMARY KEY ( id ))";stmt.executeUpdate(sql);System.out.println("Created table in given database...");System.out.println("Inserting records into the table...");stmt =conn.createStatement();String sql ="INSERT INTO Employees VALUES (100, 'Kriss', 'Kurian', 18)";stmt.executeUpdate(sql);sql = "INSERT INTO Employees VALUES (101, 'Enrique', 'John', 25)";stmt.executeUpdate(sql);sql= "INSERT INTO Employees (102, 'Taylor', 'Swift', 30)";stmt.executeUpdate(sql);sql= "INSERT INTO  Employees VALUES(103, 'Linkin', 'Park', 28)";stmt.executeUpdate(sql);System.out.println("Inserted records into the table...");

zo kunt u een verbinding met de database tot stand brengen en waarden invoegen in de tabellen. Laten we nu verder gaan en verschillende JDBC-stuurprogramma ‘ s

Geavanceerde Java-Tutorial: JDBC-stuurprogramma ‘s

JDBC-stuurprogramma’ s implementeren de gedefinieerde interfaces in de JDBC-API, voor interactie met uw databaseserver. In wezen maakt een JDBC driver het mogelijk om drie dingen te doen:
1. Een verbinding tot stand brengen met een gegevensbron.
2. Stuur queries en update statements naar de gegevensbron.
3. Verwerk de resultaten.
het gebruik van JDBC-stuurprogramma ’s stelt u bijvoorbeeld in staat om een databaseverbinding te openen om ermee te communiceren door SQL-of databasecommando’ s te verzenden.

er zijn 4 typen drivers, namelijk:

Type 1: JDBC-ODBC Bridge Diver

in type 1 driver, een JDBC bridge toegang tot ODBC drivers geïnstalleerd op elke client machine. ODBC configureert ook DSN (Data Source Name) die de doeldatabase vertegenwoordigt.

toen Java voor het eerst uitkwam, was dit een nuttig driver omdat de meeste databases alleen ODBC-toegang ondersteunden, maar nu wordt dit Type driver alleen aanbevolen voor experimenteel gebruik of wanneer er geen ander alternatief beschikbaar is.

Type 2: JDBC-Native API

in een type 2-stuurprogramma worden JDBC-API-oproepen omgezet in native C/C++ API-oproepen, die uniek zijn voor de database. Deze stuurprogramma ‘ s worden meestal geleverd door de database leveranciers en gebruikt op dezelfde manier als de JDBC-ODBC Bridge. Het leverancierspecifieke stuurprogramma moet op elke clientmachine worden geïnstalleerd.

het Oracle Call Interface (OCI) driver is een voorbeeld van een type 2 driver.

Type 3: JDBC-Net pure Java

In een type 3-stuurprogramma wordt een driver met drie niveaus gebruikt om toegang te krijgen tot databases. De JDBC clients gebruiken standaard netwerk sockets om te communiceren met een middleware applicatie server. De socket informatie wordt vervolgens vertaald door de middleware applicatie server in de oproep formaat vereist door de DBMS en doorgestuurd naar de database server.

dit soort driver is extreem flexibel omdat er geen code op de client geïnstalleerd hoeft te worden en één driver daadwerkelijk toegang kan bieden tot meerdere databases. Je kunt de applicatieserver zien als een JDBC “proxy”, wat betekent dat het calls maakt voor de client applicatie. Als gevolg hiervan hebt u enige kennis van de configuratie van de toepassingsserver nodig om dit stuurprogramma effectief te kunnen gebruiken. Uw toepassingsserver kan een stuurprogramma van Type 1, 2 of 4 gebruiken om met de database te communiceren.

Type 4: 100% pure Java

in een type 4-stuurprogramma communiceert een op pure Java gebaseerd stuurprogramma rechtstreeks met de database van de leverancier via een socket-verbinding. Dit is de best presterende driver beschikbaar voor de database en wordt meestal geleverd door de leverancier zelf.

dit soort driver is extreem flexibel, u hoeft geen speciale software op de client of server te installeren. Verder, deze drivers kunnen dynamisch worden gedownload.

MySQL ‘ s Connector / J driver is een type 4 driver. Vanwege de propriëtaire aard van hun netwerkprotocollen leveren databaseverkopers meestal Type 4-stuurprogramma ‘ s.

dus hier komt de vraag, welke Driver moet worden gebruikt?

• als u toegang hebt tot één type database, zoals Oracle, Sybase of IBM, is het voorkeurstuurprogramma type 4.
• als uw Java-toepassing toegang heeft tot meerdere typen databases tegelijkertijd, is type 3 het voorkeurstuurprogramma.
• stuurprogramma ‘ s van Type 2 zijn nuttig in situaties waarin een stuurprogramma van type 3 of type 4 nog niet beschikbaar is voor uw database.
• het stuurprogramma van type 1 wordt niet beschouwd als een stuurprogramma op implementatieniveau en wordt gewoonlijk alleen gebruikt voor ontwikkelings-en testdoeleinden.

laten we nu naar het laatste onderwerp van JDBC gaan en verschillende soorten verbindingen begrijpen.

geavanceerde Java-Tutorial: JDBC-verbindingen

• JDBC-pakketten importeren: importverklaringen toevoegen aan uw Java-programma om vereiste klassen in uw Java-code te importeren.
• JDBC-stuurprogramma registreren: deze stap zorgt ervoor dat de JVM de gewenste driver-implementatie in het geheugen laadt, zodat het aan uw JDBC-verzoeken kan voldoen. Er zijn 2 benaderingen om een bestuurder te registreren.
  • de meest gebruikte methode om een driver te registreren is het gebruik van Java ‘ s forname()methode om het class bestand van de driver dynamisch in het geheugen te laden, dat het automatisch registreert. Deze methode heeft de voorkeur, omdat het u toelaat om de bestuurder registratie configureerbaar en draagbaar te maken. Raadpleeg de onderstaande code.

     try {Class.forName("oracle.jdbc.driver.OracleDriver");}catch(ClassNotFoundException ex) {System.out.println("Error: unable to load driver class!");System.exit(1);}

  • de tweede methode die u kunt gebruiken om een driver te registreren is het gebruik van de statische registerDriver()methode.

     try { Driver myDriver = new oracle.jdbc.driver.OracleDriver(); DriverManager.registerDriver( myDriver ); }catch(ClassNotFoundException ex){ System.out.println("Error: unable to load driver class!");System.exit(1);}

je moet de methode registerDriver() gebruiken als je een niet-JDK compliant JVM gebruikt, zoals die van Microsoft.

• Database URL formulering: dit is om een correct geformatteerd adres aan te maken dat verwijst naar de database waarmee u verbinding wilt maken. Nadat u de driver hebt geladen, kunt u een verbinding tot stand brengen met behulp van de DriverManager.getConnection () methode. DriverManager.getConnection () methoden zijn –
  • getConnection (String url)
  • getConnection(String url, String user, String password)

hier vereist elk formulier een database URL. Een database URL is een adres dat verwijst naar uw database.

A table lists down the popular JDBC driver names and database URL.

• Maak een verbindingsobject

u kunt eenvoudig een verbinding maken of Openen met behulp van database-url, gebruikersnaam en wachtwoord en ook met behulp van eigenschappen-object. Een Properties object bevat een set van trefwoord-waarde paren. Het wordt gebruikt om de eigenschappen van het stuurprogramma door te geven aan het stuurprogramma tijdens een oproep aan de methode getConnection ().

• Close

aan het einde van uw JDBC-programma moeten we alle databaseverbindingen sluiten om elke databasesessie te beëindigen. Echter, als je vergeet, Java ‘ s garbage collector zal de verbinding te sluiten wanneer het opruimen oude objecten.

conn.close();// Used to close the connection

dat was alles over Java Database connectiviteit. Als je meer wilt weten over JDBC, kun je deze interviewvragen raadplegen. Ga nu verder en leer Servlets.

Advanced Java Tutorial: Introduction to Servlets

een servlet is een Java – programmeertaalklasse die wordt gebruikt om de mogelijkheden van servers uit te breiden die toepassingen hosten die toegankelijk zijn door middel van een request-response-programmeermodel. Hoewel servlets kunnen reageren op elk type verzoek, worden ze vaak gebruikt om de toepassingen die worden gehost door webservers uit te breiden.
Servlet kan als volgt worden beschreven:

• • Servlet is een technologie die wordt gebruikt om een webapplicatie te maken.
    
  • het is een API die veel interfaces en klassen biedt, waaronder documentatie.
  • Servlet is een interface die geà mplementeerd moet worden om een Servlet te maken.
  • het is ook een klasse die de mogelijkheden van de servers uitbreidt en reageert op de binnenkomende verzoeken. Het kan reageren op verzoeken.

Advanced Java Tutorial: Servlet Life Cycle

de volledige levenscyclus van een Servlet wordt beheerd door de servlet container die de javax gebruikt.servlet.Servlet interface om het servlet object te begrijpen en te beheren.

fasen van de Servlet-levenscyclus: de Servlet-levenscyclus bestaat hoofdzakelijk uit vier fasen,

• een Servlet Laden.
• initialiseren van de Servlet.
• afhandeling van aanvragen
• vernietiging van de Servlet.

laten we elk van deze fasen in detail bekijken:

1. het laden van een Servlet: de eerste fase van de Servlet-levenscyclus omvat het laden en initialiseren van de Servlet door de servlet-container. De web container of Servlet Container kan de Servlet laden in een van de volgende twee fasen :
   • initialiseren van de context, bij het configureren van de Servlet met een nul of een positief geheel getal waarde.
   • als de Servlet niet voorafgaat aan de fase, kan het laden worden uitgesteld totdat de webcontainer bepaalt dat deze Servlet nodig is om een verzoek te onderhouden.
2. initialiseren van een Servlet: nadat de Servlet met succes is geïnstalleerd, initialiseert de servlet-container het geïnstalleerde servlet-object. De container initialiseert het Servlet object door de init(ServletConfig) methode aan te roepen die ServletConfig object referentie als parameter accepteert.
3. Behandelingsverzoek: Na initialisatie is de servlet instantie klaar om de clientaanvragen te dienen. De servlet-container voert de volgende bewerkingen uit wanneer de servlet-instantie zich bevindt om een verzoek te onderhouden :
   • het maakt de servlet-aanvraag en ServletResponse aan. In dit geval, als dit een HTTP-verzoek is, maakt de webcontainer httpservletrequest en Httpservletresponse objecten die subtypes zijn van respectievelijk de servletrequest en ServletResponse objecten.
4. een Servlet vernietigen: Wanneer een servlet container besluit de Servlet te vernietigen, voert het de volgende bewerkingen uit,
   • het staat alle threads toe die momenteel draaien in de service Methode van de servlet instantie om hun taken te voltooien en vrijgegeven te worden.
   • nadat de lopende threads hun taken hebben voltooid, roept de servlet container de destroy() methode aan op de servlet instantie.

nadat de destroy() methode is uitgevoerd, geeft de servlet container alle referenties van deze servlet instantie vrij zodat het in aanmerking komt voor garbage collection.

Nu u de basisprincipes van een servlet hebt begrepen, gaan we verder en begrijpen wat de stappen zijn om een Servlet toepassing te maken.

geavanceerde Java-Tutorial: stappen voor het maken van een Servlet

1. Maak een mappenstructuur
2. Maak een Servlet
3. compileer de Servlet
4. voeg toewijzingen toe aan web.xml-bestand
5. Start de server en implementeer het project
6. toegang tot de servlet

nu, op basis van de bovenstaande stappen laten we een programma schrijven en begrijpen hoe servlet werkt.

Stap 1: Om een servlet programma te draaien, moeten we Apache tomcat server geïnstalleerd en geconfigureerd hebben. Zodra de server is geconfigureerd, kunt u beginnen met uw programma.

Stap 2: voor een servlet – programma hebt u 3 bestanden-index nodig.html-bestand, Java class-bestand, en web.xml-bestand. De allereerste stap is om een dynamisch webproject te maken en dan verder te gaan

Stap 3: Laten we nu eens kijken hoe je 2 nummers toevoegt met behulp van servlets en de uitvoer in de browser weergeeft.

eerst zal ik index schrijven.html-bestand

<!DOCTYPE html><html><body><form action ="add">&nbsp; Enter 1st number: <input type="text" name="num1">&nbsp;&nbsp;Enter 2nd number: <input type="text" name="num2"><input type ="submit">&nbsp;&nbsp;&nbsp; </form></body></html>

boven het programma maakt een formulier om de nummers voor de optelling operatie in te voeren.

Stap 4: zonder het Java class-bestand kunt u geen 2 nummers optellen. Laten we een klassebestand schrijven.

import java.io.IOException;import java.io.PrintWriter;import javax.servlet.http.HttpServlet;import javax.servlet.http.HttpServletRequest;import javax.servlet.http.HttpServletResponse;public class Add extends HttpServlet{       public void service(HttpServletRequest req, HttpServletResponse res) throws IOException       {              int i = Integer.parseInt(req.getParameter("num1"));              int j = Integer.parseInt(req.getParameter("num2");            int k= i+j; PrintWriter out = res.getWriter();              out.println("Result is"+k);       }}

Stap 5: Na het schrijven van het Java class-bestand is de laatste stap het toevoegen van toewijzingen aan het web.xml-bestand. Laten we eens kijken hoe we dat doen.

Stap 6: web.xml-bestand zal aanwezig zijn in de WEB-INF map van uw webinhoud. Als het niet aanwezig is, dan kunt u klikken op Deployment Descriptor en klik op Generate Deployment Descriptor Stub.

Stap 7: daarna kunt u verder gaan en de toewijzingen eraan toevoegen.

<?xml version="1.0" encoding="UTF-8"?><web-app xmlns:xsi="http://www.w3.org/2001/XMLSchema-instance" xmlns=<"http://java.sun.com/xml/ns/javaee" xsi:schemaLocation="http://java.sun.com/xml/ns/javaee http://java.sun.com/xml/ns/javaee/web-app_3_0.xsd"</em> version=<em>"3.0"</em>>&nbsp; <display-name>Basic</display-name>&nbsp; <servlet>&nbsp;&nbsp; <servlet-name>Addition</servlet-name>&nbsp;&nbsp; <servlet-class>edureka.Add</servlet-class> </servlet> <servlet-mapping>&nbsp;&nbsp; <servlet-name>Addition</servlet-name>&nbsp;&nbsp; <url-pattern>/add</url-pattern></servlet-mapping><welcome-file-list>&nbsp;&nbsp;&nbsp; <welcome-file>index.html</welcome-file> </welcome-file-list></web-app>

Stap 8: Na dit alles, kunt u het programma uitvoeren door het starten van de server. U krijgt de gewenste uitvoer op de browser.

in principe is dit hoe servlet moet worden geconfigureerd. Laten we nu verder gaan en het concept van session tracking begrijpen.

Session Tracking

sessie betekent gewoon een bepaalde tijdsinterval. En session tracking is een manier om de status (gegevens) van een gebruiker te behouden. Het is ook bekend als sessiebeheer in servlet. We weten dat het Http-protocol staatloos is, dus we moeten de status behouden met behulp van session tracking technieken. Elke keer dat de gebruiker een verzoek indient bij de server, behandelt de server het verzoek als het nieuwe verzoek. We moeten dus de status van een gebruiker behouden om een bepaalde gebruiker te herkennen.

u kunt in de figuur zien dat wanneer u een verzoek verzendt het als een nieuw verzoek wordt beschouwd.

om de specifieke gebruiker te herkennen, hebben we session tracking nodig. Dus dit ging allemaal over Servlets.

nu, laten we duiken in de laatste sectie van onze blog en begrijpen wat JSP is.

Geavanceerde Java-Tutorial: Java Server Pages

JSP of Java Server Pages is een technologie die wordt gebruikt om webapplicatie te maken net als Servlet technologie. Het is een uitbreiding op Servlet-omdat het meer functionaliteit biedt dan servlet zoals expression language, JSTL, enz. Een JSP-pagina bestaat uit HTML-tags en JSP-tags. De JSP pagina ‘ s zijn gemakkelijker te onderhouden dan Servlet omdat we ontwerpen en ontwikkeling kunnen scheiden. Het biedt een aantal extra functies, zoals expressie taal, aangepaste Tags, enz.

laten we nu verschillende functies van JSP bekijken met behulp van onderstaande figuur.

• Portable: JSP-tags worden verwerkt en uitgevoerd door de webcontainer aan de serverzijde, zodat deze browseronafhankelijk en J2EE-serveronafhankelijk zijn.
• krachtig: JSP bestaat uit bytecode zodat alle Java-functies toepasbaar zijn in het geval van JSP, zoals robuust, dynamisch, veilig, platform onafhankelijk.
• flexibel: het maakt het mogelijk om aangepaste tags te definiëren, zodat de ontwikkelaar conferable kan vullen om elke soort, framework gebaseerde markup tags in JSP te gebruiken.
• Snelle Ontwikkeling: Als JSP pagina is gewijzigd, hoeven we het project niet opnieuw te compileren en opnieuw in te zetten. De Servlet-code moet worden bijgewerkt en opnieuw gecompileerd als we de look en feel van de applicatie moeten veranderen.
• het bijhouden van de gebruiker: JSP stelt ons in staat om de selecties die door de gebruiker tijdens gebruikersinteractie met de website worden gemaakt te volgen door de informatie in de sessie of cookies te behouden
• gemakkelijk: JSP is gemakkelijk te leren, gemakkelijk te begrijpen en gemakkelijk te ontwikkelen. JSP ’s zijn handiger om te schrijven dan Servlets, omdat ze u toelaten om Java-code direct in te sluiten in uw HTML-pagina’ s.

nu je begrijpt wat JSP is, laten we eens kijken hoe JSP en Servlets van elkaar verschillen en waarom JSP beter is dan Servlets met behulp van onderstaande tabel.

laten we Nu eens dieper in Java Server Pages en begrijpen van de Levenscyclus van JSP.

Geavanceerde Java-Tutorial: Levenscyclus van JSP

de JSP-pagina ‘ s volgen deze fasen:

1. Vertaling van de JSP-Pagina
2. Compilatie van de JSP-Pagina
3. Classloading (de classloader laadt klasse file)
4. Instantiëring (Voorwerp van de Gegenereerde Servlet is gemaakt)
5. Initialisatie ( de container roept jspInit())
6. Aanvraag verwerken ( de container roept _jspService())
7. Vernietigen ( de container roept jspDestroy())

Zoals getoond in de bovenstaande afbeelding, een JSP-pagina wordt vertaald in een Servlet door de hulp van de JSP-vertaler. En dan, JSP vertaler is een onderdeel van de webserver die verantwoordelijk is voor het vertalen van de JSP pagina in Servlet. Daarna, Servlet pagina wordt gecompileerd door de compiler en wordt omgezet in de klasse-bestand. Bovendien worden alle processen die gebeuren in Servlet later uitgevoerd op JSP, zoals initialisatie, committen reactie op de browser en vernietigen.

geavanceerde Java-Tutorial: JSP-Scripting-elementen:

de scripting-elementen bieden de mogelijkheid om java-code in het JSP in te voegen. Er zijn drie soorten scripting-elementen:

• scriptlet-tag – een scriptlet-tag wordt gebruikt om Java-broncode in JSP uit te voeren.
  syntaxis is: < % java broncode %>
• expression tag-de code geplaatst in JSP expression tag wordt geschreven naar de output stream van het antwoord. Dus je hoeft niet te schrijven.print () om gegevens te schrijven. Het wordt voornamelijk gebruikt om de waarden van variabele of methode af te drukken.
  syntaxis: < % = statement %>
• declaration tag-de JSP declaration tag wordt gebruikt om velden en methoden te declareren. De code geschreven in de JSP declaration tag wordt geplaatst buiten de service () Methode van een automatisch gegenereerde servlet. Dus het krijgt geen geheugen bij elk verzoek.
  syntaxis: <%! aangifte van veld of methode %>

Als u meer wilt weten over JSP, kunt u deze interview vragen te verwijzen.

dit brengt ons bij het einde van onze blog over geavanceerde Java Tutorial. Ik hoop dat je vond deze blog informatief en toegevoegde waarde voor uw kennis.
bekijk de Java Certification Training van Edureka, een vertrouwd online leerbedrijf met een netwerk van meer dan 250.000 tevreden leerlingen verspreid over de hele wereld. Edureka ‘ s Java J2EE en SOA training en certificering cursus is ontworpen voor studenten en professionals die willen een Java Developer. De cursus is ontworpen om u een voorsprong in Java programmeren en trainen voor zowel de kern en geavanceerde Java concepten samen met verschillende Java frameworks zoals Hibernate & Spring.