Albert I (Brussel, 8 April 1875) was een Belgisch politicus.- gestorven Februari. 17, 1934, Marche-les-Dames, bij namen), koning der Belgen (1909-34), die het Belgische leger leidde tijdens de Eerste Wereldoorlog en het naoorlogse herstel van zijn land begeleidde.De jongere zoon van Filips, Graaf van Vlaanderen (broer van Koning Leopold II), Albrecht volgde de troon in 1909 op. Voor de Eerste Wereldoorlog werkte Albert aan het versterken van het leger, waardoor hij in 1913 een wetsvoorstel voor militaire dienstplicht kreeg. Hij bevestigde de Belgische neutraliteit tegenover Frankrijk en Duitsland in de zomer van 1914 en verwierp het ultimatum van de Duitse keizer Willem II van Aug. 2, 1914, eisend vrije doorgang van Duitse troepen over belgisch grondgebied. Twee dagen later volgde een Duitse invasie.Albert nam aan het begin van de oorlog de leiding over Van Het Belgische leger, maar moest zich na de val van Antwerpen in oktober 1914 achter de ijzer terugtrekken. Duitse troepen bezetten toen het hele land, met uitzondering van de zuidwestelijke districten van Vlaanderen. Gedurende de hele oorlog bleef Albert bij zijn troepen en bezocht hij voortdurend de loopgraven van het front vanuit zijn hoofdkwartier in De Panne aan de Belgische kust. Bij het geallieerde offensief van september 1918 voerde hij het bevel over de Frans-Belgische Noordelijke Legergroep, die Oostende en Brugge veroverde en de rivier De Lys dwong.
na de wapenstilstand deed Albert een beroep op de geallieerden om de Belgische neutraliteit af te schaffen, geformaliseerd door de Europese Verdragen in 1839, en kreeg in het Parlement plaats voor algemeen kiesrecht voor mannen. Gedurende de volgende 15 jaar leidde hij de wederopbouw van het land, waaronder de bouw van openbare werken en de herontwikkeling van industrieën die door de Duitse bezetting werden verwoest. In 1926 hielp hij bij de invoering van een nieuw monetair systeem. Albert werd gedood door een val tijdens het rotsklimmen in 1934.