uit Longman Dictionary of Contemporary Englishbig deal spokenbig ˈdeal zelfstandig naamwoord gesproken 1 gebruikt om te zeggen dat je niet denkt dat iets zo belangrijk is als iemand anders denkt dat het is het is gewoon een spel. Als je verliest, big deal. Wat is het probleem? Het is maar een verjaardag, niet het einde van de wereld. Het is niet erg. Iedereen vergeet soms dingen.2 een belangrijke of spannende gebeurtenis of situatie deze Auditie is een big deal voor Joey.3 → Maak een big deal van/uit / over een aantal voorbeelden van de Corpusbig deal• het feit is, het is een big deal.• Dat lijkt misschien niet erg, maar voor mij was het een triomf.• Als ik mijn enkel had verstuikt, zouden mensen er zo ‘ n groot probleem van maken?* Die van een onvriendelijk karakter zouden kunnen beweren dat het verminken van een niet-eersteklas aanval is niet een bijzonder grote deal.• Ik moest me aanpassen om niet het probleem te zijn.• Hij is een enorme big deal nu!Voor hen is het geen probleem• het is geen probleem.• Als je dat was, is het geen probleem en je zou een perfect gelukkig leven met de juiste partner.* Als ze niet werken, is het geen probleem.