in 1756 sloot d’ Éon zich aan bij het geheime netwerk van spionnen, genaamd Het Geheim van de koning, dat zonder medeweten van de regering in dienst was van koning Lodewijk XV. Het promootte soms beleid dat in tegenspraak was met het officiële beleid en de Verdragen. Volgens d ‘ Éon ’s memoires (hoewel er geen documentair bewijs is om dat verhaal te ondersteunen) stuurde de monarch d’ Éon met de Chevalier Douglas, Alexandre-Pierre de Mackensie-Douglas, baron De Kildin, een Schotse Jacobiet in Franse dienst, op een geheime missie naar Rusland om keizerin Elizabeth te ontmoeten en samen te zweren met de pro-Franse factie tegen de Habsburgse monarchie. Op dat moment waren de Engelsen en Fransen op gespannen voet met elkaar, en de Engelsen probeerden de Fransen de toegang tot de keizerin te ontzeggen door alleen vrouwen en kinderen toe te staan de grens naar Rusland over te steken. D ‘ Éon beweerde later overtuigend door te moeten gaan als een vrouw of het risico te lopen bij ontdekking door de Engelsen te worden geëxecuteerd en reisde daarom vermomd als lady Lia de Beaumont, en diende als een bruidsmeisje aan de keizerin. Er is echter weinig of geen bewijs om dit te ondersteunen en het wordt nu algemeen aanvaard om een verhaal te zijn verteld om aan te tonen hoe het identificeren als vrouw van voordeel was geweest voor Frankrijk in het verleden. Chevalier Douglas werd Frans ambassadeur in Rusland en d ‘Eon was secretaris van de ambassade in Sint-Petersburg van 1756 tot 1760, in dienst van Douglas en zijn opvolger, De Markies de l’ Hôpital. D ‘Eons carrière in Rusland is het onderwerp van een van Valentin Pikul’ s romans, Le chevalier d ‘ Eon et la guerre de Sept ans (“Pen en zwaard”).In oktober 1760 keerde D ‘ Eon terug naar Frankrijk en kreeg een pensioen van 2000 livres als beloning voor zijn dienst in Rusland. In mei 1761 werd d’ Éon kapitein van dragoons onder de maréchal De Broglie en vocht in de latere stadia van de Zevenjarige Oorlog. D ‘ Éon diende in de Slag bij Villinghausen in juli 1761 en raakte gewond bij Ultrop. Na de dood van keizerin Elizabeth in januari 1762 werd d’ Éon in aanmerking genomen voor verdere dienst in Rusland, maar in plaats daarvan werd hij benoemd tot secretaris van de hertog van Nivernais, bekroond met 1.000 livres, en naar Londen gestuurd om een vredesverdrag op te stellen dat formeel een einde maakte aan de Zevenjarige Oorlog. Het verdrag werd ondertekend in Parijs op 10 februari 1763, en d ‘Éon kreeg nog eens 6.000 livres, en ontving de Orde van Saint-Louis op 30 maart 1763, en werd de Chevalier d’ Éon. De titel chevalier, Frans voor ridder, wordt soms ook gebruikt voor Franse edelen.In april 1763 werd d ‘ Éon in Londen zaakgelastigde en vervolgens gevolmachtigd minister—in wezen interim—ambassadeur-toen de hertog van Nivernais in Juli terugkeerde naar Parijs. D ‘ Éon gebruikte deze positie ook om voor de koning te spioneren. D ‘ Éon verzamelde informatie voor een mogelijke invasie—een onfortuinlijk en onhandig initiatief van Lodewijk XV, waarvan zijn eigen ministers niet op de hoogte waren—en hielp een Franse agent, Louis François Carlet de la Rozière, die de Britse kustverdediging in de gaten hield. D ‘Éon vormde banden met de Engelse adel door hen de producten van de wijngaard van D’ Éon in Frankrijk te sturen; d ‘ Éon genoot rijkelijk van de pracht van deze tijdelijke ambassade.
na de komst van de nieuwe ambassadeur, de Graaf van Guerchy in oktober 1763, werd d ‘ Éon gedegradeerd tot secretaris en vernederd door de Graaf. D ‘ Éon zat gevangen tussen twee Franse facties: Guerchy was een aanhanger van de duc de Choiseul, duc de Praslin en Madame de Pompadour, in tegenstelling tot de Graaf De Broglie en zijn broer de maréchal De Broglie. D ‘ Éon klaagde en besloot uiteindelijk om orders te negeren om terug te keren naar Frankrijk. In een brief aan de koning beweerde d ‘Éon dat de nieuwe ambassadeur had geprobeerd d’ Éon te drogeren tijdens een diner in de residentie van de ambassadeur in Monmouth House op Soho Square. De Britse regering weigerde een Frans verzoek om d ‘ Éon uit te leveren en het 2.000 livres pensioen dat in 1760 was toegekend werd in februari 1764 stopgezet. In een poging om d ‘Eons station in Londen te redden, publiceerde d’ Eon een groot deel van de geheime diplomatieke correspondentie over d ‘Eons terugroeping onder de titel Lettres, mémoires et négociations particulières du chevalier d’ Eon in maart 1764. Deze schending van de diplomatieke discretie was schandalig, maar d ‘ Éon had nog niet alles gepubliceerd (de geheime invasiedocumenten van de koning en die met betrekking tot de geheime du Roi werden bewaard als “verzekering”), en de Franse regering werd zeer voorzichtig in haar omgang met D ‘Éon, zelfs toen d’ Éon Guerchy aanklaagde voor poging tot moord. Met de invasiedocumenten in de hand hield d ‘ Éon de koning in toom. D ‘Éon bood geen verdediging aan toen Guerchy een aanklacht indiende voor smaad, en d’ Éon werd vogelvrij verklaard en dook onder. D ‘Eon verzekerde zich echter van de sympathie van het Britse publiek: de menigte gooide guerrilla’ s in het openbaar en gooide stenen naar zijn residentie. D ‘Eon schreef vervolgens een boek over openbaar bestuur, Les loisirs du Chevalier d’ Eon, dat in 1774 in dertien delen in Amsterdam werd uitgegeven.Guerchy werd teruggeroepen naar Frankrijk, en in juli 1766 verleende Lodewijk XV d ‘Eon een pensioen (mogelijk een uitbetaling voor d’ Eon ’s stilzwijgen) en een lijfrente van 12.000 pond, maar weigerde een verzoek om meer dan 100.000 pond om d’ Eon ‘ s omvangrijke schulden te vereffenen. D ‘ Eon bleef als spion werken, maar leefde in politieke ballingschap in Londen. D ‘ Eon ’s bezit van de geheime brieven van de koning bood bescherming tegen verdere acties, maar d’ Eon kon niet terugkeren naar Frankrijk. D ‘ Eon werd een vrijmetselaar in 1768 en werd ingewijd in de Londense Immortality Lodge.