omgekeerde U-hypothese

de relatie tussen opwinding en prestatie is een essentieel onderdeel in de studie van de prestaties van een atleet. Als gevoelens van opwinding worden ervaren (of het ontbreken daarvan) in een competitieve sportsituatie, kunnen de daaropvolgende effecten enorm zijn. Een van de belangrijkste principes van de arousal-performance relatie is de omgekeerde-u hypothese (Baechle and Earle 2008, 168), ontwikkeld door Yerkes en Dodson. Volgens hun hypothese, als opwinding niveaus stijgen, zo doen de prestatieniveaus van het individu, maar alleen tot een bepaald punt (bekend als het ‘optimale’ punt). Noodzakelijke niveaus van opwinding zijn verschillend in veel situaties. Het ‘optimale’ niveau hangt af van het type activiteit, vaardigheidsniveau en persoonlijkheid van het individu. Het volgende zal in detail de omgekeerde-u hypothese en hoe dit varieert tussen atleten, sport en vaardigheden.
zoals kort vermeld, heeft de omgekeerde-U-hypothese betrekking op de relatie tussen opwinding en prestatie. Twee psychologen, Yerkes en Dodson, ontwikkelden de omgekeerde-u hypothese. De hypothese richtte zich op de beslissingscapaciteiten van muizen wanneer ze met wisselende intensiteit van een stressor werden gepresenteerd (Arent en Landers 2003, 436). Deze hypothese werd later aangepast voor de toepassing op de sport. De omgekeerde-u hypothese stelt dat bij lage opwinding niveaus, de prestaties laag zullen zijn (dat wil zeggen het individu is niet psyched up genoeg) en als opwinding wordt verhoogd, zo doet de prestaties, tot het eerder genoemde ‘optimale’ niveau (Weinberg and Gould 2010, 86). Na dit’ optimale ‘ niveau, als opwinding begint te stijgen, de prestaties van het individu zal beginnen te verslechteren als gevolg van het individu steeds over-gewekt. Dit wordt weergegeven door een omgekeerde-U (zie Figuur 1). Over opwinding kan b…
… midden van papier …
…L: Menselijke Kinetica.
Cox, Richard H. 2006. Sportpsychologie-concepten en toepassingen. New York, NY:
McGraw-Hill Higher Education.
het omgekeerde U-Model-Balanceringsdruk en-prestaties, 2011.
http://www.mindtools.com/pages/article/inverted-u.htm (geraadpleegd op 12 juli 2011)
Jarvis, Matt. 2006. Sport Psychologie-een Student handboek. Hove, East Sussex: Routledge.
motivatie en opwinding, 2011.

(geraadpleegd op 12 juli 2011)
Saklofske, Donald H., and Moshe Zeidner. 1995. International Handbook of Personality and
Intelligence. New York, NY: Springer.Weinberg, Robert en Daniel Gould. 2010. Grondslagen van Sport-en Oefenpsychologie.
Champaign, IL: Humane Kinetica.
Woods, Barbara. 1998. Psychologie toepassen op Sport. Groot-Brittannië: Hodder & Stoughton.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Previous post Joy Davidman
Next post gehoortest voor kinderen