studie de morfologie van de superficial branch of the radial nervus (SBRN) van de onderarmen en polsen van verse volwassen menselijke kadavers. Methoden: drieëntwintig dissecties werden uitgevoerd onder 3,5 x loep vergroting, histologische secties van de zenuw werden verkregen in 20 dissecties voor fascicle identificatie. Resultaten: de SBRN kwam gemiddeld op 8.65cm proximaal aan de radiale styloïde apophysis (RSA) tussen de brachioradialis (BR) en Extensor Carpi Radialis Longus (ECRL) pezen. In 6/23 gevallen kwam de SBRN tussen een accessoire br pees en de belangrijkste br pees. De eerste tak van de SBRN ontstond op een gemiddelde van 4,58 cm proximaal aan de RSA. Een tak die over de RSA liep werd gevonden in 7/23 gevallen. Op dat niveau was het gemiddelde aantal takken dat de pols kruiste 3,4. Een fascicle telling van de zenuw en zijn eerste tak toonde een gemiddelde van 6,6 en 4.0 fascicles, respectievelijk. Conclusie: Onze anatomische bevindingen zijn vergelijkbaar met die in de herziene literatuur en dragen bij aan een betere kennis van de SBRN. Grote voorzichtigheid is vereist bij chirurgische ingrepen zoals percutane botfixatie van de distale 1/3 van de onderarm en pols en in het bijzonder bij degenen die gevoelig zijn voor sbrn-letsel, zoals in zeven van de 23 gevallen liep de SRBN direct over de RSA. De auteurs raden aan om kleine longitudinale incisies tot aan het onderhuidse weefsel uit te voeren, waarbij de zenuwtakken worden gescheiden door stompe zachte weefsel dissectie, met een delicate hemostaat, alvorens de Kirschner draden te introduceren (minimaal invasieve procedures).