bij de percutane ballonvalvuloplastie worden percutane ballonvalvuloplastie één of meer grote ballonnen ingebracht en vervolgens over een stenoseklep opgeblazen om de mate van obstructie te verminderen. Momenteel wordt de procedure uitgevoerd voor patiënten met pulmonale, mitralis of aortastenose. De resultaten variëren afhankelijk van het type klep en de leeftijd van de patiënt. Bij patiënten met pulmonale stenose kan ballon valvuloplastie veilig worden uitgevoerd en de resultaten zijn uitstekend. Daarom is het bij veel instellingen de procedure van keuze voor de behandeling van geïsoleerde pulmonische stenose. Bij patiënten met mitralisstenose zijn de resultaten afhankelijk van de morfologische kenmerken van de stenoseklep. Bij patiënten met sterk verkalkte en fibrotische mitraliskleppen zijn de risico ‘ s van de procedure verhoogd en zijn de resultaten suboptimaal. In ervaren handen is ballonvalvuloplastie echter uitstekend geschikt voor patiënten met een buigzame, niet-kalkhoudende mitralisklep of patiënten voor wie de operatie een extreem hoog risico inhoudt. Het gebruik van ballonvalvuloplastie voor aortastenose is beperkt tot de kwetsbare, oudere patiënt die ofwel geen chirurgische kandidaat is of een hoog risico voor operatie heeft. Hoewel mortaliteit en restenose hoog zijn bij korte-termijn follow-up, aorta ballon valvuloplastie zorgt voor palliatie van symptomen bij veel patiënten die anders niet in staat zou zijn geweest om enige interventie te ondergaan. Langdurige follow-up is noodzakelijk voor het bepalen van de uiteindelijke rol van ballonvalvuloplastie in de cardiologie.