op deze manier streeft de samenleving naar zowel productieve efficiëntie als allocatieve efficiëntie.
een voorbeeld van productieve inefficiëntie is wanneer een productiemethode hetzelfde oplevert als een andere methode die minder grondstoffen gebruikt, maar niet meer grondstoffen gebruikt. Er zou dus geen reden zijn om de minder productieve methode te gebruiken.
een voorbeeld van allocatieve inefficiëntie is wanneer een productiemethode meer van een bepaalde hulpbron gebruikt en minder van een andere dan een andere methode die meer kost voor de samenleving in het algemeen. Zelfs als het productief efficiënt is, worden de middelen niet gebruikt in de beste verdeling — de toewijzing is inefficiënt. In deze situatie moet de inefficiënte methode worden geruild voor de efficiëntere methode door een herverdeling van de middelen die voor een bepaalde productiewijze worden gebruikt.
een andere interpretatie van allocatieve inefficiëntie is de distributie van goederen onder leden van de samenleving op een manier die minder dan optimaal geluk oplevert. Deze interpretatie wordt bijna nooit bereikt, maar is niettemin het doel waar economen naar streven.
productie-efficiëntie moet worden bereikt voordat allocatieve efficiëntie mag worden bereikt.