proteïne-n-glycosylering is een metabolisch proces dat sterk behouden is gebleven in de evolutie. In alle eukaryoten is n-glycosylering verplicht voor levensvatbaarheid. Het functioneert door aangewezen asparagineresiduen van proteã nen met oligosaccharidestructuren te wijzigen, waardoor hun eigenschappen en bioactivities worden beà nvloed. N-glycoproteïne biosynthese impliceert een veelheid van enzymen, glycosyltransferases, en glycosidases, gecodeerd door verschillende genen. De meerderheid van deze enzymen zijn transmembrane proteã nen die in het endoplasmic reticulum en Golgi apparaat op een geordende en goed-georkestreerde manier functioneren. De complexiteit van n-glycosylation wordt vergroot door het feit dat verschillende asparaginineresiduen binnen hetzelfde polypeptide met verschillende oligosaccharidestructuren kunnen worden gewijzigd, en diverse proteã nen van elkaar door de kenmerken van hun koolhydraatdelen worden onderscheiden. Verder variëren de biologische gevolgen van derivatisatie van eiwitten met n-glycanen van subtiel tot significant. In het verleden, hebben al deze eigenschappen van n-glycosylation een formidabele uitdaging aan een opheldering van de fysiologische rol voor deze wijziging gesteld. De recente vooruitgang in moleculaire genetica, gecombineerd met de beschikbaarheid van diverse in vivo experimentele systemen die zich van gist tot transgene muizen uitstrekken, heeft de identificatie, isolatie, en karakterisering van n-glycosylation genen versneld. Dientengevolge, is eerder onverwachte informatie betreffende relaties tussen n-glycosylation en andere cellulaire functies-met inbegrip van afscheiding, cytoskeletal organisatie, proliferatie, en apoptosis-verschenen. Gelijktijdig, heeft het toegenomen begrip van moleculaire details van n-glycosylation de afstemming tussen n-glycosylationdeficiënties en menselijke ziekten vergemakkelijkt, en de mogelijkheid van het gebruiken van n-glycan uitdrukking op cellen als potentiële determinanten van ziekte en zijn vooruitgang benadrukt. Recente studies suggereren correlaties tussen n-glycosylation capaciteiten van cellen en drug gevoeligheden, evenals gevoeligheid voor infectie. Daarom, kan de kennis van de regelgevende eigenschappen van n-glycosylation nuttig in het ontwerp van nieuwe therapeutiek blijken. Terwijl de glycobiologen van de 21e eeuw geconfronteerd worden met de veeleisende taak om eigenschappen, functies en regulatie van de talrijke, nog niet gekarakteriseerde, n-glycosylatiegenen te definiëren, bieden ze spannende mogelijkheden voor nieuwe benaderingen van ziektediagnose, preventie en genezing.