stemming is de toestand of de kwaliteit van het gevoel op een bepaald moment. Wanneer u probeert de biologische factoren te ontdekken die de stemming beïnvloeden, is het moeilijk om wetenschappelijke bewijzen te vinden. De psychologische studie van de stemming is gebaseerd op theorieën. Er is echter veel ontdekt in de studie van de hersenen. De volgende zijn een paar theorieën en gebieden van studie van de geest gebruikt om onze kennis van de geest te bevorderen.
somatische theoriesEdit
zie ook somatische theorieën
somatische theorieën van emotie beweren dat lichamelijke reacties essentieel zijn voor emoties, in plaats van oordelen. In de jaren 1880 leverde William James de eerste moderne versie van dergelijke theorieën. De James-Lange-theorie, door velen gezien als zijn meesterwerk, verloor zijn populariteit in de 20e eeuw, maar is meer recent populair geworden door theoretici als John Cacioppo, António Damásio, Joseph E. LeDoux en Robert Zajonc die in staat zijn om een beroep te doen op neurologisch bewijs.
neurobiologische theoriesEdit
zie ook neurobiologische theorieën
gebaseerd op ontdekkingen gedaan door neurale kartering van het limbisch systeem, is de neurobiologische verklaring van menselijke emotie dat emotie een aangename of onaangename mentale toestand is georganiseerd in het limbisch systeem van de zoogdierhersenen. Indien onderscheiden van reactieve reacties van reptielen, zouden emoties dan zoogdieruitwerkingen zijn van algemene gewervelde opwindingspatronen, waarbij neurochemicaliën (bijvoorbeeld dopamine, noradrenaline en serotonine) het activiteitsniveau van de hersenen verhogen of verlagen, zoals zichtbaar in lichaamsbewegingen, gebaren en houdingen. Deze hypothese dat synaptische plasticiteit een belangrijk onderdeel is van de neurale mechanismen die aan het leren en het geheugen ten grondslag liggen, wordt nu algemeen aanvaard.
cognitieve theoriesEdit
zie ook cognitieve theorieën
in de cognitieve psychologie wordt de menselijke geest gezien als een gestructureerd systeem voor het omgaan met informatie. Verschillende theorieën beweren dat cognitieve activiteiten zoals oordelen, evaluaties, of gedachten nodig zijn voor een emotie om te voorkomen. Richard Lazarus argumenteert dit door te zeggen dat het noodzakelijk is om het feit vast te leggen dat emoties over iets gaan of intentionaliteit hebben. Dergelijke cognitieve activiteit kan bewust of onbewust zijn en kan al dan niet de vorm aannemen van conceptuele verwerking.Donald Eric Broadbent ‘ s Perception and Communication, geschreven in 1958, was het eerste boek dat volledig gewijd was aan de verwerking van menselijke informatie. Dit boek introduceerde de notie van verschillende verschillende soorten opslagsystemen (geheugens) met beperkte capaciteit en aandacht als een mechanisme voor het filteren van inkomende informatie.