Abstract
naar loyale Gaullisten, 1958 markeert de geboorte van het moderne Frankrijk. Vóór deze datum was Frankrijk geteisterd door politieke instabiliteit (geen enkele premier van de Vierde Republiek had het veel langer dan een jaar volgehouden), zwakke regeringen en een algemeen gevoel van neergang. Na 1958 veranderde alles. Er waren slechts twee premiers tussen 1958 en 1968. Bovendien was de president van de republiek geen boegbeeld, maar een heerser die regeringen van de hele periode van 1958 tot 1969 met een gevoel van doel doordrong. Deze veranderingen waren deels het resultaat van een nieuwe grondwet, ingevoerd in september 1958. De grondwet werd snel opgesteld door een klein Comité en bevatte klassieke gaullistische beginselen, zoals tien jaar eerder in de Verklaring van Bayeux van de Gaulle werd gesteld. De bevoegdheden van het parlement werden verzwakt en die van de voorzitter werden versterkt. Ministers werden nu gekozen door de president van de republiek in plaats van door het Parlement, en ministers die lid waren van het Parlement waren verplicht om hun zetels af te treden. De voorzitter had het recht het parlement te ontbinden en, van cruciaal belang, referenda te beleggen. De afgevaardigden zouden nu worden gekozen door scrutin de liste, dat wil zeggen verkiezingen binnen kiesdistricten van een enkel lid, in plaats van door de ingewikkelde regels die kleine centrumpartijen zulke voordelen in de Vierde Republiek hadden gegeven.