eenbenige staande (of eenpedale houding) bij vogels werd onderzocht met bijzondere aandacht voor de rol van de omgevingsluchttemperatuur op dit gedrag bij een verscheidenheid aan Wadvogels en watervogels. Watervogels (Anas platyrhynchos en Cygnus atratus) waren minder waarschijnlijk om op 1 poot te staan dan langbenige soorten Wadvogels (Ardea novaehollandiae, Limosa lapponica, Platalea regia, Himantopus himantopus), misschien vanwege verschillen in de lengte van hun poten. Het voedingsgedrag en de activiteiten in verband met verstoring beïnvloedden de frequentie van de unipedale houding. Voor gevangen flamingo ‘ s (Phoenicopterus roseus) en stelten (himantopus himantopus) nam het aantal vogels dat op 1 poot stond toe naarmate de temperatuur steeg van 8 naar 19C. Deze observatie is in tegenspraak met de theorie dat een unipedale houding een gedragsaanpassing is om warmteverlies op koude dagen te minimaliseren. Een alternatieve theorie gebaseerd op unihemisferische slow wave sleep (USWS) patronen wordt voorgesteld als een verklaring voor unipedale houding en wordt aanbevolen als een focus voor toekomstig onderzoek. Onze resultaten bevestigen ook het belang van het overwegen van verschillen tussen soorten in beenanatomie en activiteitenniveaus om de effecten van temperatuur te meten.