het eenvoudige antwoord op deze vraag is elk deeltje kleiner dan 100 nm. Maar zoals de meeste dingen in de deeltjestechnologie is een grondiger discussie nodig om een eenduidige en volledige reactie te bereiken. De deskundigen van de ISO-EN ASTM-normen die hieronder worden weergegeven, bieden extra nuances aan de definitie. De huidige overeenkomst tussen de normengroepen is dat de schaal van 1 – 100 nm de groottewaaier van een nanodeeltje bepaalt. Minder dan 1 nm kan worden uitgesloten om te voorkomen dat clusters van atomen een deeltje worden genoemd, maar de literatuur bevat verwijzingen naar deeltjes < 1 nm. Aangezien de deeltjes driedimensionaal zijn bepaalt de ASTM-norm twee of drie dimensies tussen 1 – 100 nm moeten zijn. Dit geldt voor nanobuisjes met een diameter van 10 nm, maar een lengte > 100 nm.
van ISO / TS 276871
het document bevat een lijst van verschillende termen en definities met betrekking tot deeltjes op het gebied van nanotechnologieën. De in het document beschreven definitie voor nanoschaal is:
nanoschaal: De afmetingen variëren van ongeveer 1 nm tot 100 nm.
deze definitie gaat vergezeld van twee noten:
Opmerking 1: eigenschappen die geen extrapolaties van een groter formaat zijn, worden doorgaans, maar niet uitsluitend, in dit groottebereik tentoongesteld. Voor dergelijke eigenschappen worden de groottelimieten bij benadering beschouwd.
Opmerking 2: de ondergrens in deze definitie (ongeveer 1 nm) wordt ingevoerd om te voorkomen dat afzonderlijke en kleine groepen atomen worden aangeduid als nano-objecten of elementen van nanostructuren, hetgeen kan worden geïmpliceerd door het ontbreken van een ondergrens.
van ASTM E2456-062
deze ASTM-standaard definieert verschillende termen, waaronder nandeeltje, fijn deeltje, ultrafijn deeltje en vele andere. De ASTM-definitie is ook in wezen 1-100 Nm, maar vermeldt het aantal dimensies en draagt een noot met de titel “discussie”:
nanoparticle, n—in nanotechnologie, een subclassificatie van ultrafijne deeltjes met lengtes in twee of drie dimensies groter dan 0,001 micrometer (1 nanometer) en kleiner dan ongeveer 0,1 micrometer (100 nanometer) en die al dan niet een groottegerelateerde intensieve eigenschap vertonen.
discussie – deze term is een onderwerp van controverse over de grootte en de aanwezigheid van een grootte-gerelateerde eigenschap. Het huidige gebruik benadrukt de grootte en niet de eigenschappen in de definitie. De lengteschaal kan een hydrodynamische diameter of een geometrische lengte zijn die geschikt is voor het beoogde gebruik van het nanodeeltje.
de Europese Gemeenschap heeft het onderwerp besproken en een document gepubliceerd van het Wetenschappelijk Comité voor nieuwe gezondheidsrisico ‘ s (WCNG) dat een complexere aanpak biedt. Dit document verdeelt nanodeeltjes in drie categorieën zoals hieronder uitgelegd.
uit SCENIHR3
Categorie 1: Grootte > 500 nm
indien de grootte (bv. gemiddelde, mediaan, enz.) van het materiaal boven 500 nm wordt aangenomen dat de grootteverdeling aan de onderzijde hoogstwaarschijnlijk boven de aangegeven ondergrens van 100 nm zal liggen. Dit moet worden bevestigd door bepaling van de grootteverdeling. De behoefte aan verdere evaluatie van mogelijke nano-specifieke eigenschappen kan dus van lagere prioriteit zijn en daarom moet voor het moment een klassieke risicobeoordeling worden uitgevoerd waarbij rekening wordt gehouden met het deeltjeskarakter van het materiaal.
Categorie 2: 500 nm> grootte >100 nm
wanneer de grootte <500 nm bedraagt, is het waarschijnlijker dat een deel van de grootteverdeling kleiner zal zijn dan 100 nm en dat een materiaal als nanomateriaal kan worden beschouwd en dat daarom een meer gedetailleerde karakterisering en nano-specifieke risicobeoordeling noodzakelijk zullen zijn.
een nano – specifieke risicobeoordeling moet worden uitgevoerd als uit de karakterisering blijkt dat >0,15% (of een gespecificeerd percentage) van de getalgrootteverdeling <100 nm is. Indien niet aan deze kenmerken wordt voldaan, kan de behoefte aan verdere evaluatie van mogelijke nano-specifieke eigenschappen van lagere prioriteit zijn en moet derhalve voorlopig een klassieke risicobeoordeling worden uitgevoerd waarbij rekening wordt gehouden met het deeltjeskarakter van het materiaal.
Categorie 3: 100 nm> grootte >1 nm