het onderwerp van het artikel is de presentatie van eenvoudige fobieën, met bijzondere aandacht voor die welke verband houden met de natuurlijke omgeving, hun classificatie volgens ICD-10 en DSM-IV systemen, de huidige opvattingen over etiologie en pathogenese van fobische angst, evenals behandelingsmethoden. Onder pathogene factoren van eenvoudige fobie, genetische aanleg, schadelijke omgevingsfactoren in de vroege kindertijd en intrapsychische conflicten zijn overwogen. In het document, werden de resultaten van neuroimaging studies in fobic patiënten ook voorgesteld evenals evolutionaire aspecten die tot aanhoudende predispositie aan fobische eigenschappen in de bevolking leiden. Epidemiologische studies wijzen op een duidelijke prevalentie van eenvoudige fobieën. Psychotherapie wordt beschouwd als een basisbehandelingsmethode voor eenvoudige fobieën: in-vivo blootstelling en cognitief-gedragstherapie zijn effectief gebleken. Het case report van een gehospitaliseerde patiënt met windfobie (ancraofobie) vult het theoretische deel aan. Klinische observatie maakte een gedetailleerde identificatie van de symptomen van de aandoening en selectie van farmacologische behandeling complementair aan psychotherapie mogelijk. Een aanzienlijke verbetering werd bereikt bij de beschreven patiënt na combinatiebehandeling met psychoanalytische therapie en paroxetine, 20 mg per dag.