de meeste historici van de psychiatrie beschouwen insuline coma therapie (ICT) hetzij als een beschamende struikelblok op de weg naar de moderne biologische psychiatrie of als een lid van een lange lijn van somatische therapieën gebruikt voor de behandeling van geestesziekten in het midden van de twintigste eeuw. Dit artikel verkent het ICT-Tijdperk, ruwweg 1933-60, als een belangrijk moment in de ontwikkeling van de Amerikaanse psychiatrie. Slechts tien jaar nadat insuline was omarmd als een” wondermiddel ” voor de behandeling van diabetes, werd ICT door psychiaters gezien als een middel om hun vakgebied dichter bij de reguliere geneeskunde te brengen, met name bij neurologie. Daarnaast laat het verhaal van ICT zien hoe een nooit op papier bewezen behandeling zonder twijfel effectief was in de lokale wereld waarin ze werd uitgevoerd. Een institutioneel gebaseerde behandeling, ICT werd toegediend in een specifiek gebied van het psychiatrisch ziekenhuis beschouwd als de insuline-eenheid, een kamer met eigen personeel, praktijken, en attitudes ten opzichte van psychische aandoeningen. Daar ervaren psychiaters vaak wonderbaarlijke herstel van individuele, voorheen hardnekkige patiënten. Deze intense persoonlijke ervaringen stelden psychiaters in staat zich echt doeltreffend te voelen, waardoor ze zichzelf konden heruitvinden als arts in plaats van gedragsmatige en disciplinaire supervisors. Het vertrouwen dat ze ontleenden aan deze capaciteit, samen met de operatiekamer-achtige instelling van de insuline-eenheid, de gespecialiseerde personeel en groep band van de eenheid, en de beschikbaarheid van zowel risico-assessment tests en een medley van behandelingen die bijwerkingen en complicaties tegengegaan, maakte het mogelijk ICT te begrijpen als een effectieve behandeling voor schizofrenie binnen de lokale wereld waarin het werd toegediend.