na een Negenjarige Oorlog op de stranden van Troje tussen de Dananen (Grieken van het vasteland) en de Trojanen, roept de Griekse ziener Calchas de leiders van het Griekse leger op om de oorlog te winnen door middel van een uitvlucht: bouw een groot houten paard en zeil weg van Troje alsof in nederlaag—het paard achterlatend als een votief offer voor een veilige reis naar huis. Het Trojaanse paard bevat eigenlijk een met de hand geplukt team van Griekse krijgers verborgen in zijn houten buik. De Trojaanse priester Laocoön vermoedt dat er een bedreiging in het paard verborgen is, en hij waarschuwt de Trojanen om het geschenk niet te accepteren, huilend, Equō nē crēdite, Teucrī! Quidquid id est, timeō Danaōs et dōna ferentīs. (“Vertrouw het paard niet, Trojanen! Wat het ook is, ik vrees de Dananen, zelfs als ze geschenken brengen.”) Onmiddellijk nadat Laocoön zijn waarschuwing verkondigt, gooit hij een speer naar het paard, die de zijkant doorboort; Vergilius schrijft dat het gekreun van de Griekse krijgers binnenin de Trojanen zeker zou hebben gewaarschuwd voor de truc als de goden Troje ‘ s vernietiging niet al hadden verordend.Kort nadat hij zijn speer heeft geworpen, glippen enorme tweelingslangen uit de zee en vallen Laocoöns zonen aan. Wanneer Laocoön hen probeert te helpen, wordt ook hij venijnig gedood. De Trojanen nemen aan dat het paard is aangeboden bij Minerva ’s (Athena’ s) en interpreteren Laocoöns dood als een teken van haar ongenoegen.
de Trojanen komen unaniem overeen om het paard op wielen te plaatsen en door hun ondoordringbare muren te rollen als trofee van hun overwinning. Festiviteiten volgen, het vieren van het einde van de oorlog. Die nacht, kruipen de Grieken verborgen in het paard naar buiten en openen de stadspoorten voor het hele Griekse leger, dat onder dekking van duisternis terug naar Troje is gevaren. De Grieken plunderen de stad en Troje wordt vernietigd.